Dan word je aan het eind van de vergadering beschuldigd van het maken van valse insinuaties en conclusies door een foute VVD-afdelingsvoorzitter. Wat was er aan de hand? In de raad behandelden wij de parkeertarieven. Nogmaals benadrukt dat wij de tarieven graag voor langere tijd laag willen houden, om huurders toekomstperspectief te bieden en leegstand te verminderen. Tegen dovemansoren uiteraard. Hoewel we wel eerder dan november duidelijkheid krijgen, maar niet op heel korte termijn helaas.
Daarnaast heb ik gevraagd om op de automaten beter te communiceren dat de tarieven in de garages beduidend lager liggen dan op straat. In de garages kost het €1 per uur, tegen €2,55 op straat. Een flink verschil. De wethouder antwoordde daarop dat ze het zullen overwegen, maar verwachten weinig effect. Op straat is er een enorme toename van betalen met de mobiele telefoon, het zogenaamde belparkeren. Naar de mening van de wethouder kiezen mensen voor het parkeren op straat vanwege het gemak, de hoge tarieven daar voor lief nemend.
Ik vroeg toen of de wethouder deze conclusie kon onderbouwen met onderzoek of dat het een inschatting van hemzelf was. Als je zo’n boute uitspraak doet, moet je dat toch kunnen onderbouwen met onderzoek onder parkeerders, toch? De wethouder kon dit niet en bleef bij zijn verhaal dat dit bleek uit de toename van het belparkeren. Hieruit moest ik concluderen dat de wethouder dus gewoon een eigen inschatting maakte. Waarna ik na afloop werd beschuldigd van valse insinuaties door de eerder genoemde VVD-voorzitter.
Jammer. Voor mijn werk ben ik dossierhouder parkeren. Ik heb meerdere onderzoeken begeleid. Inderdaad bleek het belparkeren te zijn toegenomen van 7% in 2013 naar 14% in 2014. Maar om daaruit te concluderen dat mensen daardoor minder klagen over hoge tarieven? Dat gaat mij echt een brug te ver. Maar die opmerking ging er dus niet in bij coalitie, wethouder en de betreffende, foute VVD-voorzitter.
Chris Hottentot
Recente reacties